Marcoeconomics

Linkedin Article  (dutch)

(4) Wat is geldontwaarding (inflatie)?

Je kunt 3 soorten inflatie onderscheiden

  1. Monetaire Inflatie, (het vergroten geldhoeveelheid, M2, The broad money supply)
  2. Consumentenprijs inflatie (CPI)
  3. Asset-prijsinflatie

1. Monetaire Inflatie

The broad money supply, zijn alle vorderingen die bedrijven en particulieren op banken hebben (IOU’s) plus bankbiljetten in circulatie. ((A) Ledger-money plus (B) Fysical cash)   

 

Op 2 manieren kan de geldhoeveelheid worden vergroot

  1. Banken creëren meer leningen (door intypen getalletjes in de computer) (Er ontstaat meer ledger-money).
  2. De overheid creëert meer leningen (staatsobligaties) om tekorten te financieren. De centrale bank koopt deze staatobligaties op (door intypen getalletjes in de computer). Dit wordt ook wel monetair financieren, de geldpers doet Brrrrr genoemd.

 

Monetaire inflatie is het startpunt voor de andere vormen van inflatie; Consumentenprijs inflatie en Asset Prijs inflatie.

 

2. Consumentenprijs inflatie (CPI)

Consumentenprijsinflatie is dat de prijs van een set (mandje) producten omhooggaat.

 

Het probleem van deze meeting is subjectiviteit:

  1. Wat doen we in het mandje? Wat wegen we, hoeveel mee?
  2. Hoe wegen we kwaliteitsverbetering?

 

3. Asset-prijsinflatie

Dit gaat over de prijsstijging van assets zoals; aandelen, staatsobligaties, vastgoed, goud, kunst en verzamelobjecten.

 

Asset-prijsinflatie gebeurt vaak in periodes van rijkdom-concentratie en lage rente en monetaire verruiming (QE). Wanneer er nieuw geld wordt gecreëerd en dat blijft in de bovenlaag geconcentreerd, wordt de CPI niet zo beïnvloed. Het kan wel lijden tot speculatie en overgeprijsde aankoop van (financiële) assets.     

 

Relatie geldhoeveelheid-groei en CPI

Daarentegen als de overheid iedere gemiddelde burger 5.000 euro helikoptergetalletjes “geeft”. Zal een overgroot deel worden uitgeven aan dagelijkse goederen. Dit zal de consumentenprijzen wel doen stijgen, met name als het aanbod beperkt is. Het nieuwe geld leidt dan tot meer consumptie en hogere circulatie.

 

Ironisch genoeg wordt de gift nadien weer tenietgedaan door de Inflatiebelasting “(Box5)”.

Daarbij is Box5 schuldsanering voor de rijken. Als de rijken daarbij tevens hun hypotheek tegen helikopterrente (1,5%), lang hebben vastgezet, zorgt dit samen met de gepaarde huizenprijzeninflatie voor een triple whammie. Het gat tussen the “haves” and the “have-nots” wordt hierdoor verder vergroot.   

 

Normaliter zou je door technologische verbetering en globalisering juist prijsverlagingen moeten krijgen. Maar monetaire inflatie doet deze gezonde deflatie teniet. De per capita geldhoeveelheid groei heeft de meeste correlatie met CPI. Velocity heeft dat in mindere mate.